DE EINDELOZE STAD

Omar Muñoz Cremers
3 min readSep 22, 2021

--

Op 21 september is de veelzijdige muzikant Richard H Kirk overleden. Er zijn sindsdien genoeg prachtige in memoriams geschreven waar weinig aan valt toe te voegen. Rond 2003 schreef ik de volgende fictie-recensie van Cabaret Voltaire’s Methodology ’74 / ’78. Attic Tapes boxset die wat mij betreft genoeg zegt.

Het gehamer uit de fabrieken zal me overal blijven achtervolgen. Zonder gehamer geen veilig licht dat uit de immer aanwezige fabrieken schijnt. Een schamel teken van warmte in deze grijze schaduwwereld. Een wereld van metaal. En het is een wereld, geen planeet. Zonder ronding, enkel een uitgerekte, stedelijke vlakte waar nooit een einde aan komt. Tenminste, er is nooit iemand teruggekeerd die de stadsgrenzen daadwerkelijk heeft gezien. Je kunt je hele leven door de stad trekken zonder verder te komen. Nu ik jaren in beweging ben, rea­liseer ik pas echt de diepte van de nutteloosheid. Vroeger was dit maar een con­cept, een leuke theorie waar we onvermijdelijk over spraken wanneer we, na een avond droombommen leggen, teveel rookten. Nutteloze stap na nutteloze stap. Al­hoewel, dat is niet eerlijk. Ik had niets te verliezen.

Vaak keken we naar de planeten die boven onze wereld zweven, zo dichtbij dat de je bijna de details van hun vrijheid kan zien. Gezien de verhalen die de ron­de deden, hoefden we ons geen illusie te maken dat het leven daar beter was. Maar zij hadden ten minste periodes van vrijheid gekend, spanning en verandering. Zij hadden een herinnering aan een ideaal. Ik kan er nog steeds niet bij. In het zicht van pure oneindigheid zou je verwachten dat we kunnen doen en laten wat we willen. Maar nee hoor, er moet zichtbaarheid, discipline en autoriteit heersen. Altijd de patrouilles, de camera’s, de intimidatie. Gezichtloos. Dom. Waarom ge­ven ze niet op? Als de berekeningen kloppen, heeft de meerderheid van de bevol­king, in verschillende mate, terroristische sympathieën. Hele stadsdelen functi­oneren autonoom. De laatste aanslagen zijn het gespreksonderwerp van de dag. Degenen van ons die hun anonimiteit afwerpen worden vereerd als sterren, ge­rangordend in talloze hitparades.

Ik had me in een autonoom gebied kunnen terugtrekken maar de spanning zou blijven, zou me steeds doen terugkeren naar de strijd. En de strijd vrat me juist van binnenuit leeg. De pompende tast van de ruimtepatrouilles, de steeds hef­tigere fotofobie, de na-effecten van de droombommen die de agenten inderdaad hulpeloos achterlieten maar jou ook altijd wisten te raken, wat resulteerde in nach­ten vol fluisterende stemmen die steeds hetzelfde woord herhaalden. De strijd wordt je werk en je werk wordt saai, zonder enige hoop op een hoger doel. Ik moest er vandoor. Nooit zicht op een werkelijke verandering, overal variaties op de krioelende machtsnetwerken, soms de agenten aan de winnende hand, soms de terroristen, dan weer openbaart zich een leger dubbelagenten dat de zaak in be­weging lijkt te krijgen, dan is er weer lethargie na een contrarevolutie. Niemand wint. En de wereld sleept verder door. Ik ben ervan overtuigd geraakt dat hij nooit eindigt. Ergens in mij leeft de fantasie dat als ik doorloop de dood voortdurend achter me zal laten zodat ik eeuwig kan wandelen. Op een dag zal ik dan aan het begin­punt van mijn reis uitkomen. Iemand moet het toch proberen?

Uit Liefdeloos universum

--

--

Omar Muñoz Cremers

Sociologist. Technology, music, fashion, science fiction, art. Author of De Toekomst Hervonden (2015), Kritische massa (2016) and Liefdeloos universum (2021)