De introverte dans

Omar Muñoz Cremers
7 min readSep 20, 2022

Bob Stanley and Pete Wiggs present Fell From The Sun: Downtempo and After Hours 1990–1991 is het nieuwste hoofdstuk in een lange reeks compilaties waarmee het duo achter de popgroep Saint Etienne de popgeschiedenis in kaart brengt. Altijd smaakvol, nooit de makkelijkste keuzes en aangezien Stanley een begenadigd schrijver met encyclopedische kennis is steevast vergezeld met interessante liner notes. 1990–1991 is een interessante periode, op breder maatschappelijke niveau zeker, maar daar onvermijdelijk aan verbonden ook op muzikaal gebied, een supernova die we nog steeds horen nadreunen. Om de Europese situatie te schetsen: acidhouse had in de voorgaande jaren vaste voet gekregen aan het continent. 1988 werd in het Verenigd Koninkrijk omgedoopt tot The Summer of Love en de zomer van 1989 deed er niet voor onder. Dit was een grotendeels onbekommerde periode waarin een cultuur zich wekelijks, zonder vaststaande regels, kon ontwikkelen. Het begin van de laatste tien jaar van het millennium, ingeluid door Primal Screams ‘Loaded’, voelen als een nieuw tijdperk. De voorspelling dat house een kortstondige hype zal zijn begint te vervagen, acid krijgt steeds meer media-aandacht en met name in de Verenigd Koninkrijk geven de autoriteiten steeds meer tegengas. House trekt echter steeds meer publiek dat zich langzaam verplaatst van openluchtfestivals en loodsfeesten in Nederland naar clubs. Hier ondergaat house een laatste universele gedaanteverwisseling in de vorm van rave, een snellere, hardere variant die steeds beweegt tussen euforie en duisternis. In 1992 schiet alles in verschillende richtingen en worden genres als clubhouse (garage), gabber, techno en IDM geboren terwijl de eerste levenstekens van jungle al zijn waar te nemen.

In diezelfde periode ontstaat ook de opening voor een rustigere variant van dansmuziek. In 1989 kreeg Alex Paterson de mogelijkheid om te dj’en in de VIP-ruimte van Land of Oz feesten die de op dat moment al populaire dj Paul Oakenfold organiseert. Een volstrekt niche idee op een anti-burgerlijke maandag in een kleine ruimte waar het volgens Oakenfold niet de bedoeling was dat men ging dansen maar rustig kon praten en drinken. Wat voor de oud-punker met een eclectische platencollectie een goed excuus was om alles te draaien wat maar kalm, kosmisch en trippy klonk. Paterson was toen al bezig om muziek te maken met The KLF, wat uiteindelijk zou uitmonden in zijn eigen project The Orb. The KLF zelf bracht, voordat zij een reeks mainstreamhits scoorden, in 1990 een curieus album uit. Niets klonk op dat moment als Chill Out, een mix van brutale samples (Elvis, Fleetwood Mac, Van Halen), geluidsopnames van een reis door de Verenigde Staten en serene synthklanken. Zoals altijd bij The KLF klonk het prachtig maar wist je niet of ze tegelijkertijd een grote grap maakten Want was de hoes met schapen die duidelijke refereerde naar de koe op Atom Heart Mother van Pink Floyd (een ironische herleving van progrock?) niet ook een symbolische kritiek op ravers? Paterson was ook niet vies van een dikke knipoog maar The Orb’s Adventrures Beyond Ultraworld (1991) presenteerde ondanks de nodige stonerhumor een sublieme collectie muziek die vrijwel meteen ambienthouse werd genoemd. Hier was dan het model voor de muziek in de chillout room een ruimte die al snel een standaard werd bij housefeesten en waar men even kon bijkomen wanneer de beats of drugs niet waren bij te houden.

Tegenwoordig is ambient, waar house allang van is afgevallen, een conventioneel genre. Wat Bob Stanley en Pete Wiggs met Fell From The Sun echter poneren is dat in 1990–1991 een behoefte bestond naar kalmere dansmuziek maar dat men niet kon terugvallen op het verleden (anders dan een onuitputtelijke bron van samples), alles open lag wanneer je het zelf wilde maken en dat dit dankzij goedkopere samplers en drumcomputers makkelijker dan ooit te voren was. Dat is misschien de grootste verrassing wanneer je voor het eerst naar de compilatie luistert, de afwezigheid van pure ambienthouse. In plaats daarvan hoor je een verzameling popliedjes die proberen aan te haken bij de tijdgeest van positiviteit, liefde en extase. Vrijwel alle nummers gebruiken een variant op de standaard hiphopbeat van die tijd in combinatie met de olijke pianomelodieën die waren gepopulariseerd door de tot rave bekeerde rockband Happy Mondays. Het resultaat is een onbestemde muziek die je nooit zou horen op de dansvloer maar ook niet in de chillout en toch ook te vaag was om de Top-40 te halen (met uitzondering van het Duitse Engima dat in deze stijl met ‘Sadeness (Part 1)’ een wereldhit zou scoren.) Het zijn liedjes rond de rave, een alternatieve pop die naar eigen inzicht is te gebruiken op de piratenradio, in de auto op weg naar huis, de walkman tijdens een doordeweekse dag. Een herinnering aan het genot van rave en een brug naar het volgende weekend.

De plaat begint met verreweg het beste nummer, ‘Higher Than The Sun’ van Primal Scream in de Higher Than The Orb remix. Zanger Bobby Gillespie zou het nummer met karakteristieke eigenwaan als “de belangrijkste single sinds ‘Anarchy In The UK’” omschrijven maar het poplandschap was al teveel gefragmenteerd voor zulke grote gebaren. Desalniettemin is het een buitengewone track die in tegenstelling tot de rest van de compilatie nog steeds modern klinkt. The Orb, mannen van het moment, waren ook de producers van het origineel, een zachtaardig dromerig liedje dat openlijk de geneugten en inzichten van psychedelica bezingt. ‘Higher That The Sun’ mag dan geen omwenteling teweegbrengen maar het is zeker uniek, een nummer zonder navolging, een ruimte die je binnentreedt waar andere regels gelden, flarden muziek verschijnen en verdwijnen waarna Starsailor-achtige uithalen een soort verticale extase nabootsen. Op de remix laat The Orb de kern van het nummer intact en voegt eigenlijk alleen een extra plateau toe dat ze slim kort houden zodat je verlangt naar meer en het vervolgens nog een keer laten terugkeren. Introverte pop, ik heb ‘Higher Than The Sun’ met uitzondering van avondprogramma’s op MTV en Primal Scream concerten nooit op de radio of in een mix gehoord, het is gemaakt voor de immense intimiteit van de afterparty en de huiskamer die zich hult in vlammen en schaduwen.

Een andere bekende van Primal Scream en man van het moment is Andrew Weatherall die onmogelijk kon missen op een dergelijke compilatie, hier aanwezig als producer van One Dove, de Schotse band die nooit echt zou doorbreken maar met ‘Fallen’ een fraai katholieke interpretatie presenteerde van de mdma-ervaring als confessie (zangeres Dot Allison zou later carrière maken als een soort “sirene van de drugs”.) De rest van Fell From The Sun kan hier niet aan tippen. De productietechnieken klinken ouderwets, zeker als je het vergelijkt met de muziek op Heisei No Oto, een soort Japanse tegenhanger die ongeveer dezelfde periode beslaat. De hiphop-beat wordt te weinig gevarieerd, tracks weten soms niet goed of ze een liedje met een structuur willen zijn, de sampletechniek is rudimentair en men moet nog leren omgaan met ruimtelijkheid die Aphex Twin, Pete Namlook en Biosphere al snel zullen introduceren. Toch weet de muziek een eigen plezier te creëren, een geluidswereld te ontsluiten die totaal verdwenen is en vrijwel onmogelijk is te emuleren mochten post-Vaporware artiesten een nieuwe retro-mijn willen ontginnen. Wat Fell From The Sun activeert is een verzameling sluimerende herinneringen en daarbij horende associaties. Je kunt de stad weer voor de geest halen, andere muziek waar je naar luisterde, mensen waarmee je omging, de onuitputtelijke energie waarover je beschikte en de manier waarop house aan het feest ontsnapte en de complete realiteit kleurde.

Als laatste is er een verborgen manier om Fell From The Sun te interpreteren, namelijk als een autobiografie van Saint Etienne zelf. De aanwezigheid met ‘Speedwell’ geeft een subtiele hint. Saint Etienne heeft de langste carrière van de aanwezigen gekend terwijl dat destijds als typisch conceptueel project in een snel bewegend poplandschap lastig leek voor te stellen. Hun debuutalbum Foxbase Alpha klonk in het najaar van 1991 als niet anders, een eigenzinnig popuniversum vol vergeten en obscure verwijzingen dat nooit retro klonk omdat op knappe wijze de nieuwe positiviteit en de technieken van house in de muziek waren verweven. Fell From The Sun maakt Foxbase Alpha veel duidelijker te plaatsen als onderdeel van een breder artistiek netwerk dat een verschuiving herkende en verder vorm probeerde te geven, een missing link tussen acid en ambient. Samen met Screamadelica en Pills, Thrills & Bellyaches is dat album een kroonjuweel van die zonnige periode in het Verenigd Koninkrijk omdat het muzikaal en conceptueel de creativiteit, sfeer en ideeën die circuleerden naar een hoger plan wist te tillen. Een moment dat, als uitkomst van een complex aan factoren, niet valt te herhalen. Een blik op een positieve toekomst die nooit zal plaatsvinden. Je had erbij moeten zijn.

--

--

Omar Muñoz Cremers

Sociologist. Technology, music, fashion, science fiction, art. Author of De Toekomst Hervonden (2015), Kritische massa (2016) and Liefdeloos universum (2021)