Het Plezier van Selected Ambient Works Volume II
Definitieve versie
“The New ambient album is going to be a triple album. I wanted it to be five albums but that’s a bit long probably.”
(NME, 1994)
Je weet maar nooit. De nieuwste persing heet Expanded Edition, wat ruimte laat voor een Final Edition. De user18081971 Soundcloud bewees dat er genoeg materiaal als ‘4 Red Calx [slo]’ op oude DAT’s is te vinden voor zoiets als een definitieve versie van Selected Ambient Works Volume II. Wellicht te verschijnen bij het 50-jarige jubileum in 2044. Ik ben dan 73.
Zal die definitieve versie weer een ander narratief presenteren? Want door de toevoeging van twee bonustracks krijgt het nieuwe Selected Ambient Works Volume II een ander, donkerder einde. Wanneer het album voorheen lineair werd beluisterd was het afsluitende #25, na de drie voorafgaande “buitenaardse tracks”, een hoopvol gebaar. Nu verandert het in een laatste blik op de wereld waarna de definitieve afdaling naar Hades begint, #26 als een schaduwrijk waar nooit iets gebeurt. De laatste track die een Arvo Pärt-invloed verraadt, is ambivalent van sfeer, licht extatisch als een moment van verlichting en tegelijkertijd vormt het een brug naar wat gaat komen, ‘Icct Hedral’ en de prachtige Philip Glass orkestratie daarvan.
Dromen
“I badly wanted to dream tracks. Like imagine I’m in the studio and write a track in my sleep, wake up and then write it in the real world with real instruments. I couldn’t do it at first. The main problem was just remembering it. Melodies were easy to remember. I’d go to sleep for ten minutes and write three tracks — only small segments, not 100% finished tracks. I’d wake up and I’d only been asleep ten minutes. That’s quite mental. I vary the way I do it, dreaming either I’m in my studio, entirely the way it is, or all kinds of variation. The hardest thing is getting the sounds the same. It’s never the same. It doesn’t really come close to it.”
Interview met David Toop, 1994
Richard D. James is waarschijnlijk de belangrijkste pleitbezorger van lucide dromen van zijn generatie. In het begin van zijn carrière speelde hij in interviews graag met zelfmystificatie. Reed hij echt in een tank rond? Woonde hij in een verlaten bankgebouw? Bouwde hij zijn eigen instrumenten? Dat hij van slaaponthouding en bewust dromen hield, leek het minst vergezocht. Tijdens een VPRO-radiosessie in 1994 merkte de dienstdoende dj enigszins geïrriteerd op dat hij tijdens het laatste nummer in slaap was gevallen en gewoon een DAT-tape had aangezet, waarschijnlijk het resultaat van experimenten met slaaponthouding en daarbij behorend verstoord slaapritme. Lucide dromen, bewust zijn in de droomstaat, is zeker geen vergezocht fenomeen, al lange tijd wetenschappelijk onderzocht en in principe door iedereen aan te leren. De interesse van James in de droomtechniek paste in het tijdsbeeld. Wanneer psychedelische drugs op grote schaal worden gebruikt en de slaapcyclus door nachtelijke feesten verstoord, groeit tegelijkertijd de interesse in andere bewustzijnsstaten (meditatie, uittredingservaringen, floating tanks, virtual reality). En is muziek luisteren niet gewoon een andere bewustzijn binnentreden?
Lucide of niet, Selected Ambient Works Volume II is onmiskenbaar droommuziek: wazig, onbestemd, bevreemdend, ongrijpbaar, soms wonderlijk, soms dreigend zonder aanwijsbare aanleiding. Het album werkt dan ook fenomenaal als droomsupplement, muziek die je opzet wanneer je tot rust komt. Het kost weinig moeite om vervolgens in een hypnagogische staat te vallen, een korte droomstaat die je soms half-bewust meemaakt en waarin muziek op grootse wijze klinkt, vervormd alsof het op een installatie uit een verre toekomst wordt afgespeeld. #3 werkt altijd heel effectief, vrijwel altijd het moment waarop ik in slaap val (helaas is kant A daarna afgelopen, waar je op cd nog een klein uur kunt verder dromen.)
James zou, zoals wel vaker, de invloed van lucide dromen later bagatelliseren. Maar nooit helemaal verloochenen. Het laatste (bonus)nummer op de nieuwe uitgave is het enige waar hij in de binnenhoes iets over schrijft, een herinnering aan zijn gestorven moeder die hij besluit met de opmerking dat hij zijn ouders nog steeds in dromen ontmoet om met ze over alledaagse dingen te praten.
Geografie
Is er een geografie van Selected Ambient Works Volume II? Dit is een muziek die doet afreizen naar plekken, landschappen die de luisteraar voor de geest haalt. Brian Eno’s On Land (1982) is een voorbeeld van een plaat, wellicht niet toevallig een ambientplaat, waarin geografie een prominente plek heeft. Een aantal titels van die plaat speelt met de relatie tussen herinnering en plaats. ‘Lantern Marsh’ is een plek waar Eno in de buurt opgroeide en die hij misschien ooit bezocht, maar gaat meer over zijn fantasie over de plek wanneer hij het op een landkaart ziet. ‘Leek Hills’ verwijst naar een klein bos dat sinds zijn kindertijd in omvang is afgenomen en ‘Lizard Point’ is het zuidelijkste puntje van Engeland, wat in Cornwall ligt.
Jaren geleden stelden Aphex Twin-fans op het We Are The Music Makers forum een Google Map samen met geografische plekken in de titels van zijn nummers, vaak namen die je niet direct zou hebben herkend als bestaande plek. En daar ligt een deel van de charme, het creëert een, al dan niet denkbeeldige, reis langs mysterieuze punten die op een of andere manier zijn gelieerd aan de muziek. Nog steeds wil ik een keer naar Cornwall reizen om te kijken of het landschap bekend voorkomt, een strand, een landweg, rotsformatie of een bepaalde weertype dat me doet denken aan een specifiek Aphex Twin-nummer.
Door de afwezigheid van titels was er vanzelfsprekend geen input van Selected Ambient Works Volume II voor de kaart. Toch is het album geografisch gebonden aan zeker twee plekken waar James regelmatig met de trein naar reisde. Lanner in Cornwall is het dorp waar hij opgroeide en in zijn thuisstudio Lannerlog werd een deel van de plaat opgenomen (volgens James is #13 expliciet de laatste track die hij er opnam.) Het andere deel werd in zijn woning in Londen gemaakt waar hij was gaan wonen voor zijn studie micro-elektronica. Waarschijnlijk was dit 36 Clissold Crescent (ook een fraaie kandidaat voor een titel) al wordt, al naar gelang de exacte periode waarin Selected Ambient Works Volume II werd gecreëerd, ook Southgate Road (Dalston) genoemd. Onzekerheid en beweging, hoeveel ideeën werden uitgewerkt in de trein, luisterend naar nieuwe studiogeluiden op de DAT-recorder terwijl hij uit het raam staarde?
Luisteren (effect)
“Music is an art understood in time, but there is some music, rare as it might be, that actually holds time. I think SAW2 might actually be some of this music.”
Lawrence English
Het luisteren naar Selected Ambient Works Volume II veroorzaakt in belangrijke mate twee effecten. Selected Ambient Works Volume II is beeldende muziek, de foto’s als titels zijn in die zin meer dan een gimmick een aanwijzing. Het roept onwillekeurig beelden op van mistlandschappen, beweging door winterse kou, onbekende planeten, verlaten gebouwen en rotspartijen. De muziek met zijn beperkte inhoud, vaak niet meer dan drie geluiden en herhaling zonder vocale betekenis, bevordert heel effectief dat de geest afdwaalt en zich opent voor associatieve beelden. De non-productie van de dagdroom.
Aan de andere kant is er een sterk emotioneel effect aanwijsbaar. Er zijn tracks op Selected Ambient Works Volume II die een vrij specifieke emotionele staat veroorzaken. Ik denk met name aan de tracks in het middendeel, zoals #13 die een melancholie oproept over het verloop van de tijd of de introspectieve eenzaamheid van #14. Veel tracks zijn een variant op een van deze emoties, al zijn er ook positieve tegenhangers, zoals de opgewektheid van #17 en #20 of de sacrale hoop van #21, maar ze zijn ze schaars. Er zijn precedenten aan te wijzen (ik denk met name aan Cluster) maar tegenwoordig hebben we het niet meer over kille en gevoelloze elektronische muziek, zijn de robotische en industriële associaties grotendeels verdwenen. Een van de belangrijkste verschuivingen op dat gebied werd met dit album in gang gezet.
Luisteren (praktijk)
Op de bank gelegen, aan het eind van de middag. De tussentijd, wanneer het laaghangende licht over de muur beweegt.
Zondagochtend, een wandeling door een mistig bos, de muziek op een laag volume zodat omgevingsgeluiden een kans krijgen.
Zondagmiddag. Vroeg in de ochtend in slaap gevallen. Het lichaam nog moe van de beats, lichten en beweging. Extase uitgedoofd, een tevreden lethargie blijft als destillaat over. Buiten trekken de wolken voorbij.
Altijd de trein met zijn eigen tijdsverloop. Je beweegt richting huis de nachtelijke stad in, langs verlichte maar verlaten kantoren, woonkamers flitsen voorbij, eenzame wachtenden op metroperrons (waar gaan ze naar toe?)
Zondagavond. Een VPRO-documentaire over de mogelijkheden van het internet. Het gevoel dat de toekomst zich opent. Wat zijn ze snel met het gebruik van zijn muziek.
Vele jaren later, een documentaire over de emotionele geschiedenis van de moderne wereld. Een sublieme beeldenstroom met bijbehorende muziek en ideeën. De maker Adam Curtis: “What I think is brilliant about Aphex Twin is that he does two things He combines in his lyrical work a wonderful expression of that yearning for something beyond. But then also expresses in other pieces the fractured and uneasy mood of the present moment.”
Joints roken met vrienden. Flessen cola houden de associatieve gesprekken gaande. Af en toe dwalen je gedachten af en naar binnen toe terwijl je nieuwe details in de muziek hoort.
7 maart 1994 was een vroege lentedag. Een maandag, dus wandelde ik na twaalven naar GET Records op de Utrechtsestraat waar ik wist dat de nieuwe Aphex Twin dan eindelijk klaar lag. Het jaar daarvoor had in dezelfde platenzaak tegelijkertijd Surfing on Sine Waves en Analogue Bubblebath Vol 3 gevonden waardoor ik meteen een liefhebber was geworden van de mysterieuze Aphex Twin. De verwachtingen voor Selected Ambient Works Volume II waren hooggespannen, vanwege de voorgaande platen en de informatie die in de aanloop werd vrijgegeven. Op de terugweg liep ik langs het appartement van een vriend die me op het balkon zag aanlopen. Samen luisterden we voor het eerst naar mijn nieuwe aankoop. Wat ik me nog herinner is dat de openingstrack ons allebei betoverde en dat #2 heel vreemd klonk.
Melodie
“To me, it feels like casting light on a rough surface and seeing different patterns as you move the light.”
Tatsuya Takahashi in gesprek met Aphex Twin
In 2017 presenteert Korg in samenwerking met Aphex Twin de Monologue synthesizer. De verrassend betaalbare synthesizer valt vooral op doordat hij eenvoudig in staat is om microtonen te creëren. Deze functie is het uiteindelijke resultaat van jarenlange experimenten op verschillende synthesizers (waaronder de Yahama DX100) met het maken van microtonale stemmingen. Naast reverb en eenvoud zijn melodieën gebaseerd op eigen toonladders de belangrijkste reden waarom Selected Ambient Works Volume II zo persoonlijk klinkt. Aphex Twin kondigde van te voren al aan dat een verschil hoorbaar zou zijn dankzij het gebruik van eigen stemmingen en toonladders. Op zich geen nieuw idee, menig avant-gardemusicus had hiermee geëxperimenteerd maar in dansmuziek en daar aan gelieerde subgenres werd er tot dan toe nauwelijks gebruik van gemaakt. Zelf had James in ieder geval op de track .215061 van Analogue Bubblebath 3 microtonen ingezet en dat zou een jaar later tot volle bloei komen. Zoals inmiddels is te verwachten zou hij later het gebruik weer bagatelliseren en is het sindsdien een fijne niche om te speculeren welke tracks daadwerkelijk afwijkende stemmingen gebruiken. Soms is het effect subtiel maar over het algemeen zorgt het voor een vervreemdend effect, buitenaards of dichter bij huis, exotisch, zoals op #2 waar de melodie Indonesische associaties oproept. Omdat veel van de stemmingen eigen verzinsels zijn, klinkt de muziek al snel uniek, kun je spreken van Aphex Twin-melodieën.
Nieuwe werelden
Selected Ambient Works Volume II staat vol muziek die onherbergzame werelden of negatieve gemoedstoestanden oproept. Nergens wordt het vreemder dan tegen het einde, wat nu mooi is gegroepeerd op kant G, met drie verbijsterende tracks duistere psychedelica. Misschien helpt de koptelefoon maar wanneer ik voor het eerst #22 weer opzet, bevind ik me in een ruimte die totaal anders voelt dan op voorgaande tracks. Het zou zomaar een vervormde opname van een supermarkt kunnen zijn waar James destijds graag over sprak, aangevuld met een zoem en feedback, maar het effect is naargeestig als een hal vol geesten, een voorportaal van de hel als in de neergang van Suicide’s ‘Frankie Teardrop’. #23 is weer compleet anders, een pulserend geluid met daarin alleen een langgerekte melodie, die allerlei associaties kunnen oproepen van een insectenwereld tot reis door een wormgat. Meer dan muziek zijn dit bewegingen door geluidsruimten, de mens geconfronteerd met de limiet van leven, kennis of tijd.
“Carl passed through a barrier of dust in a grey room filled with funeral urns the recorder twisting a slow word dust dirtied his body falling through space between worlds” (William Burroughs)
#24 herhaalt steeds een microtonale melodie in een “droge” ruimte waarin hoge stemmen lachen en een machine op de achtergrond af en toe ratelt, wat doet denken aan de machine-elven die DMT-trippers opvallend vaak tegenkomen wanneer ze het centrum van het universum worden in geslingerd. Dit allemaal in 26.06 minuten (het is de langste plaatkant van Selected Ambient Works Volume II, meer dan ooit zeer relatief.)
Synthesizer
Een van de leuke fenomenen van de periode 1988–1994 was hoeveel informatie over artiesten en dj’s (vaak anonieme figuren) maar ook feesten en drugs, de vorm van geruchten aannam. De conventionele popjournalistiek begon net persoonlijkheden te vinden die wellicht als gezicht van elektronische dansmuziek konden dienen, gespecialiseerde bladen stonden in de kinderschoenen en de eerste grote instroom van het internet was tussen 1993 en 1994 op gang gekomen dankzij de verschijning van de Mosaic-browser. Veel van wat je wist over dansmuziek werd verhaald. Een van die verhalen was dat Aphex Twin zijn eigen synthesizers bouwde, wat grotendeels verklaarde waarom zijn muziek opvallend anders klonk en hem meteen een air gaf van eigenzinnig genie. Dat soort mystificatie mis ik tegenwoordig, een spel met verwachtingen, codes, onderdeel van een zeker avontuur. Want door de jaren heen is het verhaal grotendeels gedemystificeerd in talloze synthfora waar gear zorgvuldig wordt bestudeerd en besproken. Maar het alternatief is bijna net zo fascinerend. De consensus stelt namelijk dat Selected Ambient Works Volume II grotendeels is gemaakt met een Oberheim Matrix-1000, een apparaat met voornamelijk presets (800 ten opzichte van 200 zelf in te vullen slots, waarvoor je een externe midi-editor nodig had.) Aphex Twin vulde dit in een noot bij de heruitgave van Selected Ambient Works Volume II aan met de opmerking dat #23 werd gemaakt me een Studiomaster Star mixer en een EMS Synthi A Mk1 (inmiddels 10.000 euro naar boven waard): “…magical piece of equipment, always felt like it was made specially for me.”
De basis lijkt dus weinig opzienbarend, helemaal als je het vergelijkt met de oorspronkelijke synthesizermuzikanten van de jaren zeventig en tachtig of de volgestouwde studio’s van huidige dansproducers. Wat maakt dan dat Selected Ambient Works Volume II zo herkenbaar anders klinkt? Zoals eerder gememoreerd is dat in de eerste plaats zijn gevoel voor melodie, even herkenbaar als zijn logo. Op niveau van klankkleur toont hij zich een meester van de reverb (galm), het is het spel met ruimtelijkheid die preset-geluiden omtovert tot een wereld waarin de luisteraar wordt meegezogen. Een effect dat werd versterkt door de plaat op een vier track-cassetterecorder op te nemen, wat een stoffig, intiem geluid oplevert (en waarschijnlijk voor zorgt dat de muziek soms overstuurt.) Het album op een andere geluidsdrager luisteren, verandert de ervaring maar het valt bij mij in het niet door nu te luisteren naar de rol van galm, hoe ruimtes ontstaan en melodieën over elkaar heen bewegen als onbekende levensvormen.
Systemisch
Er bestaat zoiets als een schaduwversie van Selected Ambient Works Volume II: het tweede album van de groep Oval dat in juni 1994 op het label Mille Plateaux verscheen en het glitch-genre inluidde. Het Duitse trio maakt muziek door cd’s te beschadigen en het resultaat te arrangeren met de ReCycle loop-editor. Wat in het begin als storend wordt ervaren, het geluid van een kapotte cd-speler, blijkt na gewenning een bijzondere schoonheid te bevatten en ondertussen een kritiek te poneren over digitalisering, de auteur die technologie beheerst en de economie van techno. Een van de redenen waarom Systemisch zo mooi klinkt, is te vinden in het bronmateriaal. Hoeveel tracks werden gebruikt is voer voor voortdurende speculatie maar dat Selected Ambient Works Volume II doorklinkt is door de jaren heen steeds duidelijker (alsof je glitches door oefening weet te herstellen.) Onmiskenbaar vandaliseert ‘Meditation’#14, terwijl ‘Compact Disc’ uit verschillende tracks lijkt te zijn opgebouwd. Als geoefende grappenmaker en luisteraar was James geamuseerd:
“I was really getting into the album, and thinking, yeah, that sounds really familiar, and found my whole album being torn apart, it’s quite good though, and I didn’t know how to take it. Did they like my album or did they just think ‘Well, this CD is rubbish; let’s tear it apart? That’s what I liked most about their record.”
Titels
Selected Ambient Works Volume II maakt gebruik van zelfgemaakte foto’s van texturen in plaats van conventionele titels, beelden in plaats van woorden, vage impressies in plaats van directe betekenis. Ter identificatie zijn de beelden steeds met behulp van een cirkel gegroepeerd en in elke foto bevindt zich een kleine taartpunt waarbij het corresponderende deel is gevuld en de verhouding weergeeft ten opzichte van de andere tracks op de platenzijde. Op cd heb ik nooit veel aandacht besteed aan dit systeem. Cd-hoesjes haal je meestal een keer naar aankoop tevoorschijn en priegel je daarna definitief terug. Al snel duidde ik tracks aan als track12/cd2, maar nooit met die bespottelijke bijnamen die werden verzonnen ten behoeve van digitale files en het oorspronkelijke idee, die ongrijpbaarheid van de muziek maximaliseren, tenietdoen. Niets mag ongrijpbaar blijven.
Eigenlijk zijn cijfers ook een compromis. Al ben ik in dertig jaar nooit een purist tegengekomen die jpg’s heeft gemaakt van de foto’s en deze in een tekst gebruikt. Je zou het kunnen doorvoeren door een kaartspel met de 27 foto’s te maken en die in gesprekken gebruiken: “De manier waarop de melodie in [trekt corresponderende kaart] vervaagt is echt magistraal.”
Op vinyl blijkt het in praktijk inderdaad een puzzel. Wanneer je de vier schijven in volgorde houdt beperk je de verwarring nog enigszins, maar bij elke plaat sta je voor een keuze waarbij de foto’s op de labels moeten worden geïdentificeerd. Op de achterkant van de hoes staan alle taartpunten als geheugensteun en een laatst redmiddel wordt geboden door de letter van de plaatkant die in de uitloopgroef is gegraveerd. Het leidt in het begin in ieder geval tot verkeerde keuzes en verrassingen die tenminste spelen met je verwachtingen. Totdat je elke plaatkant leert herkennen.
Verloren track
Aangezien ik dertig jaar lang naar de cd-versie van Selected Ambient Works Volume II heb geluisterd, was ik me nooit bewust dat het een nummer minder bevatte dan de vinyl-versie. Plotseling verschijnt #19 tussen muziek die ik kan dromen. Een aangename maar ook vreemde verrassing. #19 is lang, met zijn 10:11 minuten een van de langste op het album en past naadloos in de sfeer met zijn trage melodielijn, waar een tweede melodie als een wazige xylofoon zich bij aansluit, die weer wordt bijgestaan door een zacht tikkende metronoom. Niets wezenlijks verandert, het geluid van een licht melancholieke dagdroom, flarden van gedachten over momenten die nooit meer terugkeren. Vreemd genoeg was de track ook afwezig op een Amerikaanse herpersing uit 2012. James zou later toegeven dat hij dacht dat de originele opname daadwerkelijk was verloren en bleek opgelucht dat hij was teruggevonden (op zichzelf een interessante reactie van iemand die vaak blasé doet over de muziek die hij daadwerkelijk uitbrengt.)
De oorspronkelijke dubbel-cd van Selected Ambient Works Volume II is compleet gevuld en dus moest een track er aan geloven. Ik kan ongeveer gissen naar de beweegredenen achter de keuze. Het moest een lange track zijn en je kunt stellen dat #19 enkele overeenkomsten heeft met #13, waar de rest niet met elkaar is te vergelijken. Overigens zou #19 in 1994 wel degelijk op cd verschijnen als onderdeel van de compilatie Excursions in Ambience (The Third Dimension) naast onder andere Seefeel, Spectrum en Future Sound of London. Erik Davis die een aantal jaren later Techgnosis, een van de boeken van het decennium zou schrijven, verzorgde de hoestekst waarin hij ambient omschrijft als: “I hear bubble-wrap creation myths and the rituals of aboriginal muzak. I see nature documentaries from other planets, and science experiments that alter the familiar: ears morph into satellite dishes, machines grow moss and mushrooms and guitars give up the ghost.”
Maar #19, wat een vreemde gift, muziek waar je al dertig jaar mee had kunnen leven, gevuld met associaties en betekenis, volstrekt gaaf.
Verzadiging
“If you could selectively erase your memory so you could keep experiencing things for the first time, it would be very interesting, although you would get stuck in loops, so you would have to limit it to a certain number of re-experiences, ha!”
Richard D. James speaks to Tatsuya Takahasi
Bizar eigenlijk dat de reproductie van muziek en de compulsieve herhaling die het uitlokt een verzadiging veroorzaakt die, los van hersenaandoeningen, alleen is te doorbreken met technologische middelen: een nieuwe versterker, betere luidsprekers, een andere koptelefoon, platenspeler-element, drug of drager. Meer dan de vraag of vinyl warmer of cd helderder klinkt, biedt een verandering van drager een manier om de verzadiging, tijdelijk ongetwijfeld, te doen afnemen. Ik heb Selected Ambient Works Volume II de afgelopen jaren op drie manieren beluisterd: ik begon met cd1 of cd2 en anders gebruikte ik de shuffle-modus, die typische functie op vrijwel elke cd-speler die je verwachtingen door de war gooit. Vier platen geven een iets andere vorm van willekeur. Tracks zijn nu gegroepeerd in acht vaste drie- of viertallen, waarmee je zelf combinaties kunt maken die de bekende sequentie doorbreken (nog meer wanneer je twee draaitafels en een mixer gebruikt.) Het wordt bovendien verleidelijker om even een plaatkant te beluisteren die allemaal een eigen sfeer lijken te hebben (de slaperige, de contemplatieve, de hoopvolle, de koude) en je makkelijker uitkiest bij een bepaalde stemming. Het prettigst van de cd is altijd het gemak geweest van niet steeds platen te hoeven omdraaien en heeft daardoor het album als totaalervaring gestimuleerd. De kans is klein dat ik Selected Ambient Works Volume II op vinyl in een sessie achter elkaar ga luisteren. Het zal worden vervangen door het korte genot of de steekproef.
Vinyl
Ik ga niet weer de cd<>vinyl-discussie herhalen, die wat mij betreft te veel in absolute termen wordt gehouden. De nieuwe vinyl-versie klinkt prachtig, misschien iets intiemer dan ik me kan herinneren en met een fraai laag spectrum. Met name met de koptelefoon is het gevoel van ruimtelijkheid soms opvallend intens. Maar in hoe verre is dit een effect van het medium en wat is de rol van de remaster? Of is het suggestie omdat ik eindelijk weer met volle concentratie naar de muziek luister? In ieder geval komt deze goed verzorgde editie voor de vinyl-liefhebber als geroepen aangezien vorige persingen vaak mankementen kenden. Zo waren veel exemplaren van het originele bruine vinyl niet helemaal recht geperst waardoor bepaalde nummers vervormden (volgens sommige luisteraars helemaal geen onaardig effect, enigszins vergelijkbaar met de manier waarop de “cd-rot” op mijn eerste cd onverwacht complementair, als een vriendelijke Oval-remix, klonk.)
Mij interesseert de vraag: is ambient meer cd of vinyl-muziek? Ik heb altijd gevonden dat ambient als muzikaal behang — of beter, muzikale ruimte — in een lange luistersessie het beste tot zijn recht komt. En hetzelfde gold voor het geluid, waar cd met zijn heldere, analytische klank — immer schoon — alle details en zachte momenten tot zijn recht liet komen. En in principe vind ik dat nog steeds de optimale manier om naar ambient te luisteren. Een tijdloze, in enen en nullen gegoten, glanzende ervaring. Maar #13 en #19 met hun associaties van voorbijgaande tijd, de hoesafbeelding en titelfoto’s met hun nadruk op vergankelijkheid maken me ontvankelijk voor het idee dat muziek zelf tekenen van de tijd mag laten horen die onderdeel worden van de luisterervaring. Een idee ook, dat in elektronische muziek gangbaar is geworden sinds het Basic Channel album (1995) waar gruis, tikken, ruis en zoemen bewust onderdeel zijn van de muzikale pulsen en ritmes. Kortom, je creëert een plaat die sporen draagt van jullie gezamenlijke leven.